Vistechnieken
door Fishing Info Europe
Vissen met de feeder of voerkorf hengel
De techniek feedervissen en Winkle Picker hebben veel gemeen.
Het verschil zit in de plaats waar je vist.
Feedervissen doe je op groot en stromend water, zoals de grote rivieren waar je een werpafstand
van 35 meter of meer kunt bereiken.
De winkle picker techniek zet je in op open stilstaand water of een kleine zacht stromend vaart.
In ieder geval een stek waar je niet zover hoeft te werpen.
Een andere overeenkomst is het soort witvis die je wilt vangen :
voorn,
blankvoorn,
brasem,
zeelt,
kolblei en de
winde.
Voor de visser met een visuele beperking kan feedervissen een uitkomst zijn.
Je hoeft niet langer naar dat kleine antennepuntje zitten te turen want er wordt geen
dobber gebruikt.
Dat kleine antennepuntje is vervangen door een felgekleurd,
dun en zeer gevoelig hengeltopje dat nu fungeert als de beetindicator.
Tevens is deze methode van vissen door bijna iedereen snel en goed onder de knie te krijgen.
De feedervistechniek is overigens niet alleen voor binnenwater geschikt, maar kan ook worden gebruikt
voor het vissen vanaf een pier of het strand waarbij het feederkorfje al dan niet achterwege wordt gelaten.
Het geheim van deze techniek is dat je middels de voerkorf telkens een kleine hoeveelheid voer op
(bijna) precies dezelfde stek brengt.
=> Materiaal
==> De hengel
De feederhengel heeft een lengte van 3,00 tot 4,50 meter, met een gevlochten of nylon lijn op de molen, vaak een aantal losse topjes, van 1,5 tot 4 ounce.
De feederhengels worden al naar gelang “gevuld” werpvermogen en lengte ingedeeld
in light, medium, heavy en ultra heavy.
Om een voerkorf van ongeveer 40 tot 50 gram weg te werpen gebruik je een hengel
met een lengte van 2.10 meter tot ongeveer 3 meter (10 ft.), dit is een 'lichte' feederhengel.
Deze hengel wordt ingezet op kleinere en niet stromende wateren.
Een medium feederhengel is ongeveer 330 cm (11 ft) lang en
geschikt om voerkorven van 70 tot 80 gram te werpen, voor werpafstanden groter dan 35 meter.
Dit hengeltype wordt ingezet op licht, stromend water.
Hengels die gewichten aan kunnen van 100 tot 120 gram hebben een lengte tot 4,50 meter en worden
heavy feederhengels genoemd en zijn bedoeld voor (hard) stromend water
zoals rivieren.
Hengels die gewichten van meer dan 120 gram kunnen hebben worden ultra heavy genoemd en
zijn ook bedoeld voor hard stromend water zoals rivieren.
->
Daarnaast zijn de feederhengels nog te verdelen in twee verschillende uitvoeringen, de "Swingtip" en de "Quivertip”.
- De Swingtip (wiebeltopje)
De swingtip hengel bestaat uit twee delen, de top die boven op de hengel
wordt bevestigd met een rubber slangetje.
Bij een aanbeet beweegt (swingt) de top.
->Voordelen en nadelen van de swingtip
Voordelen
* Een fijne, zuivere beetregistratie
* Weinig tot geen weerstand, hierdoor kun je heel licht vissen, bijvoorbeeld
voor de Winkle Picker techniek
Nadelen
* Wind gevoelig
* Zeer slecht te gebruiken bij sterke stroming
* Zeer moeilijk tot zelf onbruikbaar bij diep water en om op grotere afstand te
vissen
Om de nadelen op te heffen kan een verschuifbaar (bascule) loodgewicht op de
swingtip worden aangebracht om de invloed van wind en stroming tegen te gaan.
De lengte van de swingtip is afhankelijk van de waterdiepte, de werp afstand, de hoogte van de kant om maar een paar factoren te noemen.
Vis je op een afstand van ongeveer 20 meter is een swingtip van zo'n 30 cm goed. Voor een afstand van 40 meter is een swingtip van 50 cm nodig.
Dus worden de afstanden groter, moet ook de lengte van de swingtip groter worden.
Hoe dieper het water, hoe langer en zwaarder de swingtip moet zijn.
Een ranke swingtip van volglas is dan een goede keuze omdat deze minder windgevoelig is.
- De quivertip (bibbertopje)
Soorten :
Er zijn een viertal type quivertips : de Getaperde quivertip, de Parallel-quivertip,
de Springtip en de Contra-quivertip.
Getaperde quivertip: de meest gebruikte tip die van dik bij de hengel naar dun bij de top loopt.
De buigweerstand wordt hoger als je dichter bij de hengel komt.
Parallel-quivertip: deze tip heeft over de gehele lengte dezelfde dikte, buigt hierdoor ook over de gehele lengte en is hierdoor gevoeliger.
Op stilstaand water is de paralleltip een hele goede beetverklikker.
Door sterke stroming kan een paralleltip onbruikbaar worden als beetverklikker, omdat die te snel over de gehele lengte zal doorbuigen.
Springtip: bij deze tip zit tussen hengel en tip een veertje.
Dit type is het best te gebruiken op stilstaand en traag stromend water.
Bij winderig weer trek je het springtipje tot aan het einde van de veer eruit, de veer zit nu los. Duw het tipje verder terug
in de veer en zet hem vast.
De veer wordt hierdoor stugger.
Contra-quivertip:
Dit type is een getaperde tip, die van dun bij de hengel naar dik bij de top verloopt voor een nog fijnere beetregistratie op stilstaand en traag stromend water.
De fijne contra-quiver heeft als nadeel dat hij slecht bruikbaar is op snel stromend water.
Daarnaast zijn quivertips te koop in verschillende "sterkten", ook wel buigweerstanden genoemd.
Een quivertip wordt meestal voorzien van een gewichtsmarkering.
Dit geeft het gewicht aan dat nodig is om te quivertip in een hoek van 90° te buigen, dus hoe lager de gewichtsmarkering,
hoe fijner de beetregistratie en hoe minder weerstand de vis zal voelen.
Test de tip in de winkel.
Monteer de tip op je hengel.
Bevestig een stuk draad aan het laatste oog van de hengel.
Steek de draad door de geleideogen van de tip.
Bevestig aan het andere eind van de draad een loodje waarvan je het gewicht weet.
Je kunt nu zien hoeveel kracht er nodig is om de tip te laten buigen tot het maximumpunt.
--> Winkle Picker
Voor Winkle Picker gebruik je een hengel met een lengte van 2,40 tot 3,35 meter met een parabolische actie** en een werpvermogen van 10 tot 50 gram, eigenlijk een ultralichte feederhengel.
De meeste van deze hengels hebben een verwisselbare top van 1 tot 2 ounce en zijn geschikt voor het werken met nylon en lichte voerkorfjes van hooguit 35 gram.
Winckle Picker gebruik je op stilstaand tot zacht stromend water waarbij je gemiddeld zo'n 15 meter uit de kant gooit.
Ga je een hengel kopen, bedenk dan eerst waar je de hengel wilt gaan gebruiken,
de prijs die je kunt of wilt veroorloven en de kwaliteit van de hengel.
Prijzen van de hengels lopen van 15,00 tot 375,00 euro of
zelfs nog meer.
Voor startende feedervissers, kies een "allround" feederhengel in de klasse "light". Hiermee kun
je in de meeste wateren en onder de meeste omstandigheden behoorlijk vissen. Een
"heavy" of een "ultra heavy" hengel is voor de beginner niet aan te raden.
Laat je goed voorlichten bij meer dan één winkel en slaap er nog eens een nachtje over voor je de hengel gaat kopen.
De afstanden die je wilt gaan werpen komen niet vanzelf, er is ervaring en veel oefening voor nodig.
** Parabolisch betekend dat de hengel over de volledige lengte gelijkmatig doorbuigt tot een hoek van 90°.
Is het alleen de top die buigt, dan is dit een een topactie /fasttaper hengel.
Buigt de hengel tot ongeveer de helft door dan is er sprake van een halfparabolische of mediumtaper hengel.
Gaat de buiging tot bijna aan het handvat door dan is het een parabolische of slowtaper actie hengel.
==> De werpmolen. (Zie ook
molens groot en klein en
onderhoud)
Belangrijk voor het feedervissen
- Balans tussen de hengel en molen
- Slip
- Ophaalsnelheid
- Lijnclip
- Balans tussen de hengel en molen testen.
Bevestig de molen, zonder lood aan de hengel.
Pak de hengel combinatie net boven de molenklem.
De hengel combinatie moet nu in evenwicht zijn voor een minimale weerstand bij het aanslaan.
Is er een verschil in gewicht?
Waarbij de molen zwaarder is dan de hengel, dan zal de hengel automatisch achterover willen kantelen. Kleine manipulaties worden erg moeilijk.
Waarbij de molen lichter is dan de hengel, dan zal de hengel automatisch voorover naar de hengel top willen kantelen. Het kost meer kracht om aan te slaan.
- De slip
Deze moet altijd losser staan dan het breekpunt van de lijn waarmee je vist.
Zodat de eerste klap van een net aangeslagen vis opgevangen kan worden zonder dat de lijn breekt of de hengel het water in wordt getrokken.
Wordt de vis tijdens het drillen steeds verder afgemat dan kan de slip stukje bij beetje worden bijgedraaid.
Nadat de vis is binnengehaald, vergeet niet de slip weer los te zetten.
- De ophaalsnelheid.
Deze is afhankelijk van de spoelgrootte en de gear ratio (tandwiel overbrenging) van de molen en kan het beste tussen de 80 en 100 cm per slingerdraai zijn.
Hetgeen overeen komt met een gear ratio van 4,0 : 1 tot 6,0 : 1.
Gear ratio
De verhouding tussen het aantal omwentelingen met de slinger en het aantal omwentelingen dat de spoel maakt.
Bijvoorbeeld:
Een gear ratio van 1:1 betekent dat 1 omwenteling van de slinger, de spoel 1
maal laat ronddraaien.
Een gear ratio van 4:1, betekent dat 1 omwenteling met de slinger, de spoel 4 maal laat ronddraaien.
Samengevat: hoe lager deze verhouding hoe langzamer je de lijn binnenhaalt.
Heeft een spoel een omtrek heeft van 15 cm, dan zal bij een verhouding 4:1 en een volledige omwenteling van de slinger 60 cm lijn worden opgehaald.
Bij een verhouding van 6:1 is dit voor dezelfde spoel 90cm.
- Lijnclip

Een hulpmiddel waar je de lijn achterhaakt zodat je steeds op dezelfde afstand inwerpt. Via de werptechniek en je vinger zorg je voor een begeleidend afremmen van de lijn om een ruk aan de lijn te voorkomen.
- Oscillatie
Het op en neer gaan van de spoel (oscillatie) heeft invloed op het opwinden en afgeven van de lijn.
Hoe vlotter het afgeven van de lijn gaat, hoe beter het werpen zal zijn.
==> De lijn
Het formaat van de molen spoel bepaalt de lijn capaciteit, of beter gezegd het aantal meters lijn wat op de spoel kan komen.
Tot een werpafstand van 40 meter is nylon van 18/00 tot 22/00 goed te gebruiken, daarboven ga je meestal over op gevlochten lijn met een trekkracht van circa 10 pond.
Gebruik je een voorslag dan kun je met een dunnere gevlochten lijn vissen en daarmee verder werpen.
Gevlochten lijn heeft als voordeel een perfecte beetregistratie, alleen moet je niet "aan slaan" maar "aantikken" of nog beter beginnen met indraaien, om zo de haak te zetten.
Als je aanslaat trek je de haak uit de bek van de vis.
Als voorslag gebruik je nylon met een dikte van 28/00 tot 30/00 daarmee heb je nog enige rek om tijdens het aanslaan een lijn breuk te voorkomen of te beperken.
Als lengte van je voorslag wordt meestal twee keer de hengel lengte gebruikt en
wordt met de hoofdlijn verbonden via “lus in lus” knoop.
Voor Winkle Picker gebruik je eigenlijk altijd nylon lijn van 16/00 en een onderlijn van 40 cm van 12/00 dik.
==> Voerkorven
De voerkorf vormt het werpgewicht en het transportmiddel van lokvoer.
Het werpgewicht is een samenstelling van het gewicht van de voerkorf plus het gewicht van het voer.
Het “gevuld” werpgewicht ligt meestal tussen de 40 en de 120 gram.
Hoe verder je wilt werpen hoe zwaarder de korf moet zijn, relatief gezien.
Is de korf weer (veel) te zwaar kun je hem nog niet wegwerpen.
Voerkorven zijn in drie groepen in te delen, namelijk:
* een open voerkorf,
<= Klik op het plaatje om deze te vergroten.
deze is aan beide zijden open (Open-end)
-
Preston Quick release method mould

Een mal om een goed gevomde lokvoer(bal) te krijgen waarbij de haak met aas verborgen zit in het lokvoer.
Door de constante hoeveelheid lokvoer (gewicht) kan preciezer worden gegooid.
<= Klik op het plaatje om deze te vergroten.
* een half open korf, deze is aan slechts één kant open (Half-open feeder)
en de
<= Klik op één van beide plaatjes om deze te vergroten.
* een gesloten voerkorf, deze is aan beide zijden dicht (Block-end feeder)
Klik op het plaatje om deze te vergroten
==>.

De voerkorf is meestal van metaalgazen huls of van plastic en verzwaard met een loodstrip.
Daarnaast zijn er korfjes met weinig of kleine openingen en veel of grote openingen, zogenaamde trage en snelle feeders.
Een trage feeder laat de vulling langzaam los door de weinige of kleine openingen.
Een snelle feeder laat de vulling er sneller uit spoelen door de grotere openingen en is bijna altijd gemaakt van gaas.
-> Wanneer gebruik je welke voerkorf.
- Op kleinere en niet stromende wateren gebruik je een snelle ronde open gaas voerkorf met een gewicht van 40 tot 50 gram.
- Bij licht, stromend water of bij middelmatige diepte gebruik je een ronde korf met een gewicht van 70 tot 80 gram.
- In (hard) stromend water of in (zeer) diep water gebruik je een platte trage korf met een gewicht van 100 tot 120 gram.
- In dieper water gebruik je trage dichte korven, om uit spoelen tijdens het zinken te voorkomen.
- Zit er nu veel vis dan moet er snel en veel voer zijn dus een grote korf met grote gaten.
- Is de vis schichtig in de wintertijd of in ondiep water, gebruik dan kleine korfjes, het zal de vissen niet of nauwelijks verstoren.
Een (open) plastic voerkorf komt bij het binnenhalen gemakkelijker los van de bodem als
de van gaas gemaakte variant.
- Vulling of voer
In de praktijk zie je dat de vis sneller reageert als je de korf naast voer ook met levend aas, maden, casters of (stukjes van) wormen vult.
Een half open korf gebruik je bij casters. Het levend aas kan worden afgedekt met een laag voer dat na het inwerpen uit de korf los komt met
daarna het levend aas.
Een dichte korf word ingezet voor wormen en maden.
==> De haken

Bij het feedervissen zijn de haakmaten 8, 10 en 12 het meest gebruikt.
Kijk voor meer informatie over haken op onze haken pagina.
==> De hengelsteunen
Van het grootste belang is dat je hengel goed stabiel en absoluut stil ligt.
Een aanbeet wordt geregistreerd door de top van de hengel en als deze niet absoluut stil ligt,
zul je een aantal beten niet zien.
Verder is van belang dat de hengel niet zomaar van de hengelsteun kan schuiven.
Immers een nat pak is ook niet alles om je hengel uit het water te vissen.
De hengelsteun bestaat uit twee delen, een achterdeel en een voordeel.
Voor het voorste deel gebruik je een brede steun (met of zonder een golvend profiel),
die kan gekocht zijn of zelf gemaakt uit bijvoorbeeld een gesloten metalen kleding hanger.
Bij het achterdeel of de achtersteun kun je gebruik maken van een gekocht onderdeel,
je knie of het kussen van je viskoffer.
Welke hengelsteunen je ook gebruikt is niet belangrijk zolang je hengel maar goed stabiel en
absoluut stil ligt.
Ook erg belangrijk is de hoek van de ingeworpen lijn ten opzichte van de hengel,
deze moet tussen de 90 tot 120 graden zijn voor een optimale beetregistratie.
Met de top zo dicht mogelijk bij het water heeft de wind geen vat op de lijn en
wordt de beet registratie niet nadelig beïnvloed.

Voor een goede beet registratie in stilstaand of zacht stromend water
staat de hengelsteun nagenoeg parallel met de oever.
Op stromend water staat de hengeltop omhoog zodat de stroom minder effect heeft op de lijn.
Je kunt een aanbeet nu beter zien en je voerkorf blijft beter op zijn plaats liggen.
-> Feedervoer
Bedenk dat het gaat om een lokmiddel, dat niet alle vissen hetzelfde lekker vinden,
het jaargetijde een rol speelt, de weersomstandigheden van invloed zijn,
de water kwaliteit en helderheid invloed hebben.
Over lokvoer recepten is veel, heel veel, te vinden op internet.
Wil je weten welk lokvoer werkt? Dat is heel moeilijk te zeggen, er zijn te veel variabelen.
Wil je toch meer weten? Stel dan je eigen of met zoveel mogelijk anderen een onderzoek in.
- Gekocht lokvoer.
Heel belangrijk is het maken van aantekeningen.
Welk merk, wat is de samenstelling, hoe het je het aanmaakt, wat je hebt bijgemengd.
Als de fabrikant de samenstelling verandert of het lokvoer niet meer maakt is
een deel of zelfs
je gehele onderzoek niet meer bruikbaar.
- Bij zelfgemaakt lokvoer.
Ook hier is het heel belangrijk dat je aantekeningen maakt.
Je vergeet welke ingrediënten bij welke dosering je hebt gebruikt,
bij wie je de ingrediënten hebt gekocht, wat je hebt bijgemengd aan geur en smaak stoffen.
- Wat je zeker ook moet noteren:
De weersomstandigheden (jaargetijde, water helderheid, water temperatuur, luchtdruk, zonnekracht ),
waar je gevist hebt en hoeveel je gevangen hebt van welke vis.
Na verloop van (langere) tijd kun je een tendens gaan zien in je gegevens.
Bij het aanmaken van je lokvoer is de stevigheid erg belangrijk.
Als je inwerpt en het water kleurt onmiddellijk door het voer dan is je lokvoer te droog geweest.
Draai je na vijf minuten in en is je korf nog gevuld dan is je voer veel te nat en te hard geweest.
Bij plastic korfjes moet je het voer lichter worden
aangedrukt als bij korfjes die van gaas zijn gemaakt.
Bij stromend of diep water moet het lokvoer kleveriger zijn en stevig in de korf worden gedrukt anders verliest de voerkorf zijn lading tijdens de worp of tijdens de afdaling naar de bodem.
Op ondiep of stilstaand water mag het lokvoer minder kleverig zijn.
Je lokvoer is pas klaar met toevoeging van je visaas.
Zoals een handje maden, maïs, casters, (gemalen) hennep en een kluitje geknipte pieren.
- Zomer en winter lokvoer.
In de winter gebruik je minder voer dan in de zomer, met weinig voedende bestanddelen als
oliën en vetten.
De voedende bestanddelen als oliën en vetten komen voor in gemalen hennep of archide.
- Tips:
*
Bij helder water gebruik je donker lokvoer.
*
Melkpoeder toevoegen aan je lokvoer geeft een extra stukje kleefkracht.
Is je lokvoer te stevig, een handje grove polenta kan het lokvoer losser maken.
*
Brasem: gek op zoetigheid, je kan vloeibare JVS Caramel gebruiken, gemalen maiskoek, gedroogde duivenmest (LET OP!! duivenmest zit vaak vol ziekmakende bacteriën).
* Bliek: in stilstaand water Kokosmeel.
*
Voorn: gedroogde duivenmest (LET OP!! duivenmest zit vaak vol ziek makende bacteriën).
-> Feedervis montages of onderlijnen.
Op de pagina feedervismontages
vindt u vele typen montages.
Er zijn op internet vele montage modellen te vinden van bijvoorbeeld lang, kort, middel lang, met zijlijn, enzovoort.
Er zijn in principe twee montagesystemen, een schuivend montage en een vaste montage.
-
De schuivende montage:
Gebruikt op stromend en dieper water.
Hierbij loopt de hoofdlijn met de haak vrij door een wartel met daaraan weer de voerkorf of lood voor bijvoorbeeld het zeevissen.
Deze montage is geschikt voor het vissen met boilies, maïs of wormen en veelal op de grotere (schuwe) vissen.
-
De vaste montage:
Ook wel paternoster genoemd.
Gebruikt op stilstaand en ondieper water.
De voerkorf of het lood zitten nu direct aan de hoofdlijn en de haak zit aan een (vast) zijlijntje geknoopt.
Een voorbeeld hiervan is de helikopter montage die in de karpervisserij of zeevisserij wordt gebruikt.
Een voordeel van deze montage, je kunt zeker met een speedkorf verre worpen maken.
De aanbeet is preciezer als met de schuivende methodes.
-
De combinatie van een vaste en schuivende montage:
Gebruikt op rivieren.
De voerkorf of het lood zitten nu via lussen aan de hoofdlijn en de haak zit via een onderlijntje met een lus in lus knoop aan het laatste lusje vast.
Dit is een zogenoemde lus montage.
=> Techniek
- Het vissen
-> Aassoorten:
* Grote witte maden.
Hoe gretiger de vis, hoe meer maden je op de haak prikt.
* Casters, verpopte maden.
Meng een handje poppen door je voertje en doe één tot meerdere aan de haak.
* Mestpiertje.
Meng wat (in stukjes geknipte) pieren door je voertje.
Wordt je voerplek geteisterd door kleine vis gebruik dan alleen mestpieren en vergeet de maden.
Prik je na de mestpier een made op de haak, dan zal de kronkelaar er niet meer vandoor gaan.
Goed voor de grotere brasem, winde en kolblei.
* Brood (of gedroogd en
vermalen tot meel), stukjes kaas, aardappel (gekookt en stuk geprakt of
aardappel puree poeder) en geweekte zaden.
-> Inwerpen
Bij het werpen met een hengel moet je ervan uitgaan dat “de hengel” het werk doet en niet jij als visser.
De tweehandige bovenhands (overhead) worp is de eenvoudigste worp en gaat als volgt:
We gaan uit van een rechtshandig persoon en die houdt zijn hengel met de rechterhand vast.
Draai de korf omhoog tot deze ongeveer 1 tot 1,5 meter onder de hengeltop hangt.
Stap 1:
De voet van de molen ligt tussen de midden en de ringvinger van de rechterhand.
Met je wijsvinger moet je met gemak de spoel kunnen aanraken.
Houd met de top van de wijsvinger of middelvinger de lijn vast op de rand van de molen.
Open de beugel van de molen, je wijsvinger blokkeert de vrije lijnafgifte.
Je linkerhand pakt de handgreep van de hengel op het laagste punt vast.
Breng de hengel voor je schuin omhoog en vervolgens voorzichtig over je schouder naar achteren.

Van uit de klok gezien breng je de hengel vanuit de 2 uur positie
<= Klik op het plaatje om deze te vergroten (foto 1). naar de 10 uur stand
<= Klik op het plaatje om deze te vergroten (foto 2)..
De voerkorf en haaklijn hangen vrij.
Stap 2:
Kijk vooral niet achterom, dit beïnvloed de zuiverheid van de worp.
De beide armen moeten op dit punt (bijna) geheel gestrekt te zijn, om als hefboom te kunnen fungeren.
De handgreep van je hengel is nu gericht op het doel aan de horizon.
Stap 3: de worp.
Je rechterhand duwt nu de hengel naar voren (naar een klok stand tussen 1 en 2 uur) en
tegelijkertijd trekt je linkerhand de hengel greep naar achteren(een hefboom werking),
<= Klik op het plaatje om deze te vergroten (foto 3).
Tussen de klok stand van 1 en 2 uur zal de grootste versnelling plaatsvinden, en de voerkorf zijn vaart krijgen.
Het ideale moment om de lijn los te laten, tussen de klok stand van 1 en 2 uur (30 en de 45 graden).
Nu moet de veerkracht van de hengel zijn werk doen.
Laat de lijn nu rustig uitrollen
<= Klik op het plaatje om deze te vergroten (foto 4).
Rem je de lijn niet op tijd af, dan zal de voerkorf steeds op een andere plek in het water belanden.
Om steeds op dezelfde afstand in te werpen zet je tijdens je testworpen de lijn achter de lijnclip vast.
Des te sneller je ingooit, des te verder zal je werpen.
Maar wordt de lijn te vroeg losgelaten, dan zal de voerkorf (veel) te hoog de lucht vliegen en niet de maximaal bereikbare afstand bereiken.
Laat je te laat los, ligt de voerkorf bijna voor je voeten.
Met dank aan : www.abc-sportvissen.be
voor de plaatjes.
Tips
* Vis je met een te lichte korf dan heb je meer kracht nodig om je doel te bereiken als met een zwaardere korf en zal de afstand waarop je wil vissen moeilijk te bereiken zijn.
Het te licht vissen merk je als de hengel geen zwiep of zorro effect heeft.
Test het met een paar worpen zonder voer en zonder haaklijn.
Een zwaardere korf of een lichtere hengel is de oplossing, het werpen gaat nu soepeler.
* Zittend op je viskist werp je zuiverder als wanneer je staat.
* Voor een verre worp van 70 tot 100 meter heb je een hengel van 4 meter, een type 5000 of 6000 werpmolen of zelf een zeewerphengel molen, gevlochten lijn van 8 tot 10 pond, 7 tot 8 meter nylon voorslag 25/00 tot 35/00 en speed korven nodig.
-> Hoe kun je de hengel het beste neerleggen.
-De hengel kan het best op 2 steunen bijna evenwijdig aan de oever liggen,
met de top zo dicht mogelijk bij het water.
De wind heeft dan minder tot geen vat op de lijn.
-De hengel kan het best in een hoek van ongeveer 45 graden
ten opzichte van de walkant liggen.
-De hengeltop een hoek van 100 tot 120 graden ten opzichte van de uitgeworpen lijn.
Gebruik je deze opstelling, dan heb je een optimale beetregistratie.
-> Maken en onderhouden van een voerplek.

Een voerplek maak je met je feederhengel en de voerkorf waarmee je gaat vissen.
Gooi om de minuut een korf met voer en aas op de gewenste afstand maar wel
steeds op bijna dezelfde plaats.
Laat de voerkorf 30 seconden tot een minuut liggen, geef een ruk aan de hengel en
haal de voerkorf rustig binnen.
Dit kun je een aantal keren herhalen maar voer mondjesmaat, alvoor je gaat vissen.
Elke keer als je opnieuw ingooit wordt de voerplek
voorzien van vers lokvoer en aas, hiermee onderhoudt je de voerplek.
-> Aanbeten
Een aanbeet kun je op verschillende manieren zien,
Bijvoorbeeld:
een plotseling fel naar het water buigende top,
het slap vallen van de lijn (terugvalbeet),
of (het meest voorkomend) een aantal elkaar snel opvolgende schokkerige rukjes.
Volgen de aanbeten elkaar (zeer)snel op, dan kun je de handgreep van je hengel op je bovenbeen te laten rusten.
Sla de vis rustig zijwaarts aan en de vis kan worden geland.
-> Tips:
Zorg voor een rustige achtergrond zodat ook de kleinste aanbeten zichtbaar worden.
Vis je met een gevlochten lijn en kun je veel aanbeten niet verzilveren, probeer dan een langere onderlijn.
Als je veel last hebt van de wind en golfslag, vis dan met nylon.
Gebruik een kilo voer in 4 à 5 uur vissen.
Wij wensen u veel succes en visplezier.
info@fishinginfo.eu