De kwabaal is een inheemse vissoort behorend tot de familie van de kabeljauwachtige en de enige van de familie die in zoetwater leeft.
Het zijn bodemvissen die houden van helder, koud en zuurstofrijk water en eten hoofdzakelijk kleine visjes.
Hij is een liefhebber van de kou waardoor hij in de winter het meest actief is en tussen november en april paait als het water op z’n koudst is. ’s-Zomers trekt hij zich het liefste terug in de donkere diepten en neemt dan weinig voedsel tot zich.
Het is wel de meest vruchtbare vissoort, ieder vrouwtje kan wel 600.000 eieren per kilo lichaamsgewicht afzetten.
Hij staat als “bedreigd” op de Rode Lijst, maar geniet geen wettelijke bescherming, in tegenstelling tot België en Duitsland.
Vroeger kwam de kwabaal veelvuldig voor en was voor consumptie niet geschikt, men vond hem niet lekker. Er werd dan ook niet op gevist.
Wel vonden beroepsvissers ze vaak als bijvangst in hun palingfuiken.
Na een lange tijd bijna weggeweest te zijn, is de kwabaal weer in opkomst en wordt hij weer regelmatig waargenomen, dankzij de verbetering van de waterkwaliteit.
Men vindt hem op de grote rivieren en hun overstromingsgebieden, zand en grintafgravingen, maar in ons waterrijke
Wijdemeren komt hij natuurlijk ook voor en zelfs veelvuldig, namelijk in de Spiegelplas. Hij wordt daar weer regelmatig door duikers waargenomen.
De Spiegelplas heeft prachtig water : diep, schoon, helder en stromend. Omringd door een mooi stukje natuur.
Nog niet zo lang geleden had ik zelf ook het genoegen er eentje bijna aan de oppervlakte te zien zwemmen, wat naar ik hoorde toch wel bijzonder was, omdat het geen zonaanbidder is. Het was een prachtig gezicht.