Vissen : Snoekbaars (Sander Lucioperca)

door Fishing Info Europe
 


Kenmerken:

Weinig afgeplatte, grote langgerekte vis. Lange kop en spitse snuit en een diepe mondspleet.
De 2 rugvinnen zijn gescheiden, waarvan de voorste 13 tot 15 harde stekels heeft en de achterste 1 enkele stekel.
De bovenkaak loopt door tot achter het violet oplichtende oog.

Kleur:

Donkergrijs tot zilvergroenkleurige rug. Flanken lichtgrijs tot zilver. Donkere vlekken of strepen op de anaal-, staart en rugvin. Buik witachtig. De mannetjes hebben een donkere buik.

Ogen:

Groot, glazig, gelig en violet oplichtende oog.

Lengte:

Van 40cm tot ongeveer 130cm. De minimumlengte is 42 cm. Een vis van 80 cm kan 5 Kg wegen.

Huid:

75-100 kleine schubben op de zijlijn. Kieuwdeksel heeft aan het eind een kleine onopvallende doorn.

Voedsel:

Muggen- en eendagsvliegenlarven en kreeftachtigen, zoals aasgarnalen. Volwassen vissen eten hoofdzakelijk kleine vis.
Aas: een dood visje of een van zeer vele stukjes kunstaas.

Leefgebied:

De vangst is gesloten van 1 april tot de laatste zaterdag van mei. Algemeen voorkomend in langzaam stromend water en grote diepe plassen met een stevige bodem. Heeft geen problemen met troebele of heldere wateren. Paaitijd april tot juni bij een water temperatuur van 12 tot 15 °C. Ze jagen bijvoorkeur op het open water en voornamelijk in de avond. In de winter gaat de snoekbaars naar zeer diep water (10 tot 20 meter). Het verspreidingsgebied is het oostelijk deel van Europa, tot in Azië rond de Kaspische Zee.

                     
  info@fishinginfo.eu