Vissen : Rivierprik (Lampetra fluviatilis)
door Fishing Info Europe

Kenmerken:
Langgerekte vis met een grijsbruine rug en zeven
kieuwopeningen. De zuigbek heeft een raspschijf en deze is bezet met een
klein aantal tandjes, waarmee ze zich hechten aan een gastheer.
Kleur:
De larven zijn zilverachtig. Flanken en de buik zij zilverkleurig. Donkerbruine tot zwarte rug.
Ogen:
Geel
Lengte:
Tot circa: 50cm.
Huid:
Op een paling lijkende gladde huid met aan beide zijden zeven opvallende kieuwopeningen.
Voedsel:
De larven filteren kleine organismen uit het water. Volwassen prik leeft als
bloedzuigende parasiet op andere vissen (bijv de haring) in brak en zout water.
Leefgebied:
Vrij zeldzaam. Komt in gering aantal voor in rivieren en beken.
Wordt in zoetwater geboren en trekt na 3 à 4 jaar naar zee. Keert terug naar het zoete water om zich daar
voort te planten in februari en april.
Staat op de Rode Lijst, heeft de status van kwetsbaar (De Nie & Van Ommering, 1998) en is in tabel 3 van de Flora- en
Faunawet opgenomen.
info@fishinginfo.eu