Vissen : Rijenkarper (Cyprinus carpio)
door Fishing Info Europe

Kenmerken:
Eén ononderbroken rij schubben van de kieuwdeksel tot staartvin. Het overige deel van het lichaam is zo goed als onbedekt.
Kleur:
Goudkleurig lichaam met donkere rug. Buik vuilwit.
Ogen:
Groot geelachtig oog.
Lengte:
Tot 120cm lang en tot 30 Kg. Bij voldoende eten zijn karpers in
Nederland boven de 80 centimeter lang en met een gewicht van 10kg of meer een
gewoon verschijnsel.
Huid:
Zijn lichaam is over beide flanken bedekt met een rij, meestal
even grote schubben. Die lopen vanaf de staartvin tot aan de kieuwdeksel. Meestal heeft
deze karper nog zo'n rij schubben, wat kleiner, over z'n rug lopen
vanaf het begin van z'n rugvin tot waar deze vin eindigt.
Voedsel:
De voedsel samenstelling is sterk afhankelijk van de aard van het water en van het seizoen.
Voornamelijk insectenlarven, kleine kreeftachtigen, weekdieren, wormen en plantmateriaal, zoals algen, waterplanten of zaden.
Aas: maïs, gekookte aardappel, wit brood al dan niet voorzien van stukjes
(jonge) kaas of smeerkaas, roggebrood met stroop, ontbijtkoek,
kattenvoer, wormen, maden, tijgernoten en boilies.
Leefgebied:
Deze vis is zeer zeldzaam in Nederland. De rijenkarper is een
doorgekweekt variatie van de spiegelkarper. Qua groei wat achter op de spiegel- en de schubkarper
Algemene karper informatie:
In de natuur kan de karper 30-40 jaar worden. De karper houdt van warmte en
is daarom vooral in de zomermaanden actief, in de herfst- en wintermaanden zoekt het dier diepere wateren
op.
Paaitijd mei en juni. Jonge karpers vallen massaal ten prooi aan snoeken.
Ze worden ook veel sneller gevangen, vaak meerdere keren in een seizoen.
Er is weinig wat de karper qua voedsel niet lust. Met de uitstekende reuk en
smaak papillen, kan het voedsel probleemloos worden gevonden. De grotere karpers
happen niet direct toe op voorgeschoteld aas omdat ze zeer voorzichtig zijn.
De karper neemt met zijn stofzuigerbek een hap bodemmateriaal en zeeft het voedsel d.m.v.
zijn kieuwen en bek eruit.
Het in en uitblazen van voedsel gaat met een zeer hoge snelheid.
Harder voedsel (als boilies of partikels) is voor de karper geen probleem, dit wordt gekraakt met de zeer krachtige keeltanden.
Net als de snoek en de ruisvoorn heeft de karper een voorkeur voor helder water.
Zijn er (te)veel karpers in een plas of meer, dan wordt het water (erg) troebel en verlaten de snoek en de ruisvoorn het betreffende water.
Wanneer er voldoende eten is, zijn karpers boven de 80 centimeter lang en een gewicht van boven de twintig pond een heel gewoon verschijnsel.
Wordt er veel op karper gevist dan nemen de vangsten in de loop van het seizoen af
omdat een karper leert welk voedsel te wantrouwen.
Het uitproberen van nieuwe aassoorten kan uitkomst bieden.
Toch kan het voorkomen dat een karper meerdere keren per dag wordt gevangen.
info@fishinginfo.eu