Vissen : Pos (Gymnocephalus cernuus)

door Fishing Info Europe
 


Kenmerken:

Gedrongen vis met een iets hoge rug en een korte stompe snuit. Relatief grote kop en uitpuilende ogen. De kieuwdeksels lopen naar achter uit in een spitse doorn. Een eindstandige bek. De ongedeelde rugvin bestaat uit een hoog voorste gedeelte met harde stekels en een achter gedeelte met zachte stekels. Voor de buikvin en de anaal vin bevindt zich een stekel.

Kleur:

Het lichaam is bruin tot lichtbruin met donkere vlekjes. De flanken zijn zilverkleurig met zwarte vlekken. De kop kan roodachtig zijn.

Ogen:

Donker.

Lengte:

Tot ongeveer 12cm. Maximum 25cm.

Huid:

Grote schubben die op de kop ontbreken.

Voedsel:

Hoofdzakelijk insectenlarven (muggenlarven), kleine kreeftachtigen (aasgarnalen) en wormen.

Leefgebied:

Algemeen voorkomend in stilstaand of langzaam stromend water. In de grotere wateren als het IJsselmeer, ook in brak water van riviermondingen. Ze leven in grote groepen op de bodem met een voorkeur voor een zand- of modderbodem. De twee rugvinnen zijn samen gegroeid tot een grote. Paaitijd van maart tot mei.

                     
  info@fishinginfo.eu