Vissen : Kabeljauw (Gadus morhua)

door Fishing Info Europe
 

Kleine kabeljauw heet gul.

Kenmerken:

Langgerekt lichaam met 3 rugvinnen en 2 buik- of anaal vinnen. Er is een korte baarddraad aanwezig. Bovenkaak is iets langer dan de onderkaak.

Kleur:

Rug en flanken hebben een variabele kleur, meestal groenbruin met olijfbruine, kleine gele of bruinachtige vlekken. Witte zijlijn en buik.  De zijlijn is duidelijk zichtbaar als een lichte band over het midden van het lijf.

Ogen:

Donkerkleurige iris.

Lengte:

Gemiddeld gevangen lengte 80 à 90 cm. Maximaal 180 cm. Gewicht: 2 - 4 kg, tot maximaal 90 kg.

Huid:

De eerste rugvin heeft 14 tot 16, de tweede 18 tot 22, en de derde 17 tot 20 vinstralen.

Voedsel:

Ongewervelde dieren, haringen, jonge schelvissen, jonge kabeljauwen, dierlijk plankton, weekdieren, veelborstelige wormen.
Aas: mosselen, pijlinktvis, schelpdieren, zeeduizendpoten, zeepieren, stukjes vette vis als haring, makreel, sprot, of sardine. Kunstaas: jigs, pilkers, plastic zandspieringen.

Leefgebied:

Algemeen voorkomend langs de kust. Leven in kustwateren met getijdestromen, zachtstromend water, met een zachte tot rotsachtige ondergrond of waar de bodem bedekt is met zeegras. Paaitijd februari tot juni.

                     
  info@fishinginfo.eu