Vissen : Horsmakreel (Trachurus trachurus)

door Fishing Info Europe
 

 

 

 


Kenmerken:

Wordt ook wel hors, marsbanker, noordewind, poer of poor genoemd. Heeft een sterk gecomprimeerd, gestroomlijnd en plat lichaam. De rug-, buik- en borstvinnen zijn langwerpig van vorm en naar achteren gebogen. Een grote eerste rugvin. Een gewelfde zijlijn, afgezet met benen schildjes en een stekel, waarvan de punt naar achteren wijst. De stekels op het achterste gedeelte van de zijlijn zijn scherp. De staart is fors en heeft een V vorm en een smalle staartsteel.

Kleur:

Meestal grijsblauw tot zilverachtig. Volwassen dieren kunnen een zwarte kleur krijgen. De kop, de borstvinnen en de staartvinnen hebben een gouden glans. Zwarte vlek op kieuwdeksel.

Ogen:

Een gebroken witte iris.

Lengte:

30 tot 60cm. Gewicht tot zo'n 1,5 kg

Huid:

Een gewelfde zijlijn, afgezet met benen schildjes of gekielde schubben.

Voedsel:

Kleine dieren: dierlijk plankton. Grotere dieren: vislarven, kleine vissen zoals sardines en schaaldieren

Leefgebied:

Deze vis geeft de voorkeur aan de volle zee. Verspreidingsgebied strekt zich uit van de West-Afrikaanse tot de Noorse kust en de Middellandse Zee, vaak in grote scholen. Er leven zes soorten van dit geslacht voor de Europese kust. We onderscheiden vooral de Noordzee horsmakreel, Zuidelijke horsmakreel (rond Spanje en Portugal) en de Westelijke horsmakreel. De Westelijke horsmakreel populatie is verreweg het grootst. Paaitijd van april tot en met juli in een gebied ten westen en zuiden van Ierland tot in de Golf van Biskaje. De Noordzee horsmakreel paait van mei tot en met juli in de zuidelijke Noordzee en trekt in het najaar terug naar het Kanaal. Een kleinere horsmakreel wordt in de zomer langs de Nederlandse kust aangetroffen.

                     
  info@fishinginfo.eu