Vissen : Bittervoorn (Rhodeus sericeus amarus)

door Fishing Info Europe
 


Kenmerken:

Kleine vis, die een hoge rug heeft en aan de zijkant afgeplat is. Een Bovenstandig

Kleur:

De rugkleur is grijsgroen. Flanken vertonen een zilverachtige glans. Er overheen loopt een blauwgroene band, vanaf het midden tot aan de staartvin. In de paaitijd kleuren de flanken helderrood, evenals de rug- en aarsvin en het middendeel van de staart.

Ogen:

Zilver, met een oranje vlek boven pupil

Lengte:

Van 6 tot 9 cm. Maximale lengte 10 centimeter

Huid:

Op de onvolledige zijlijn liggen 34-38 relatief grote schubben.

Voedsel:

voornamelijk plantaardig materiaal, dierlijk plankton en insectenlarven.

Leefgebied:

Vrij zeldzaam voorkomend. Ze leven in stilstaand en langzaam stromend water, met veel planten en een bodem die uit zand of modder bestaat. Ze komen voor vanaf noordelijke Pyreneeën en Alpen tot aan het gebied van de Wolga en het noordelijke deel van Klein-Azië. In Europa komt deze vis niet voor op de Britse eilanden, evenmin in Denemarken en Scandinavië. Paaitijd april tot juni. De voortplanting afhankelijk van de aanwezigheid van grote zoetwater mosselen.


                     
  info@fishinginfo.eu