Vissen : Beekprik (Lampetra planeri)
door Fishing Info Europe

Kenmerken:
De vis heeft een aalachtige vorm. De zuigbek van een volwassen beekprik is voorzien van een raspschijf,
deze is bezet met een klein aantal, nauwelijks zichtbare tandjes.
Er zijn aan elke zijde 7 kieuwopeningen. De beide rugvinnen zijn vrijwel
aaneengegroeid. De 2e rugvin en de aarsvin zijn verbonden met de staartvin.
Kleur:
Rug bruinig. Verder grijs tot vuilwit van kleur.
Ogen:
Bruin
Lengte:
Tot 20 cm. weegt 50 gram. Kan tot een 6 tot 7 jaar oud worden.
Huid:
Geen zijlijn en een aalachtige vorm.
Voedsel:
Larven en andere kleine voedseldeeltjes, die ze uit het langsstromende water filteren.
Volwassen exemplaren voeden zich niet.
Leefgebied:
Zeldzaam voorkomend. Leeft in schone stromende beken.
De larve (herkenbaar door het ontbreken van de ogen) leeft drie tot zes jaar vrijwel geheel ingegraven in de zandige bodem.
Metamorfoseren in een volwassen prik, houdt op met foerageren, leeft dan nog ongeveer vier tot acht maanden
waarin het stroomopwaarts, boven zand en fijn grind paait en vervolgens sterft. Paaitijd tussen maart en mei.
Is beschermd in de Flora- en Faunawet.
info@fishinginfo.eu