Vissen : Aal, paling (Anguilla anguilla)
door Fishing Info Europe

Kenmerken:
Het lichaam is slangachtig van vorm. De borstvinnen bevinden zich direct achter de kop. De rugvin begint tamelijk ver naar achteren en vormt een zoom die tot aan de staartpunt reikt en zich daar met de gelijkvormige anaalvin
verenigt. Op het achterste deel van het lichaam is, zowel onder als boven, een vinzoom aanwezig die uitloopt in de staartpunt. Buikvinnen ontbreken. De paling heeft kleine borstvinnen, de buikvinnen ontbreken, de bovenkaak is iets korter dan de onderkaak en de schubben zijn zeer klein en zitten verborgen in de huid. De kieuwopeningen zijn zeer klein, daardoor blijven de kieuwen nog lang vochtig als de vis zich op het land bevindt.
Kleur:
Donkere bovenkant en een licht grijze onderkant.
Ogen:
Kleine gele ronde oogjes dicht bij de neus.
Lengte:
De maximale lengte van mannetjes is ca. 60 cm. De wijfjes worden tot 135 cm lang en 7 kg zwaar en ongeveer dertig jaar oud
Huid:
De paling heeft een lang slangachtig lichaam met zeer slijmerige
gladde huid.
Voedsel:
Bijkeur insectenlarven, kleine kreeftachtige, andere
ongewervelde en vlees van dode dieren. Grote exemplaren eten ook wel
weekdieren en visjes als pos, baars of blankvoorn.
Leefgebied:
Komt voor vanaf Marokko, het hele Middellandse
Zeegebied, de Oostzee, tot in het noorden van Noorwegen. Trekt als glasaal van ca. 6 cm lengte vanuit zee
de binnenwateren in. Volwassen exemplaren trekken terug naar zee om zich voort te planten.
De paling heeft een grote voorkeur voor beschutte plaatsen, waar het water
zuurstofrijk is en veel voedsel wordt aangevoerd.
De gezondheid van de paling is momenteel in opspraak. Er zijn verschillende
theorieën in omloop waarom het aantal terugloopt. Met 100% zekerheid valt er nog
niets vast te stellen. Het is echter wel zeker dat de paling in aantal afneemt.
Herstel aalstand :
Besluit terugzetten gevangen aal door sportvissers vanaf 1 januari 2009.
Ingezonden door Sportvisserij Nederland op 10 juli 2008.
Lees de brief.
info@fishinginfo.eu