De ringslang

door Fishing Info Europe.
 


Er is een tijd geweest dat het niet zo goed ging met de ringslang, maar nu zien we hem steeds meer.
Vooral vissers die vaak uren stilzitten langs de waterkant , komen hem nog wel eens tegen.
Men kan hem ook betrappen wanneer hij ligt te zonnen op een broedhoop (een hoopje riet).
De ringslang (Natrix natrix) is een slang uit de familie gladde slangen (Colubridae), deze soort heeft een groot verspreidingsgebied in Europa en komt ook voor in Nederland en België. Ze zijn niet giftig en bijten zelden.

Het is verboden de slangen te verstoren, te vangen of te doden (beschermd).

De ringslang dankt zijn naam aan de gele vlekken aan de weerszijden van de hals, net achter de kop, die aan de bovenzijde soms samenvloeien en doen denken aan een ring. De gele kleur kan ook neigen naar oranje of wit, daarna (naar de staart toe) is een variabele zwarte vlek aanwezig, die varieert van een band tot een driehoek, niet alle exemplaren hebben deze tekening op de nek, bij sommige ondersoorten zoals Natrix natrix persa ontbreken de vlekken bij alle exemplaren. Ook komen soms geheel zwarte ringslangen voor, op de zijkanten van de kop zijn aan de onderzijde vaak gele vlekken tot strepen aanwezig, de ogen zijn relatief groot en hebben een ronde pupil, wat samenhangt met de dag-actieve levenswijze.

De basiskleur van de ringslang is licht tot donkerbruin tot grijs. Alle exemplaren in de lage landen behoren tot de ondersoort Natrix natrix helvetica en neigen naar grijs. Op de flanken zijn vaak enkele donkere tot zwarte strepen in de breedte aanwezig. Soms onderbroken door twee lichtere lengtestrepen aan de bovenzijde van de flanken.

De ringslang kan een lengte bereiken van 80 à 140 centimeter, de mannetjes blijven 1/3e kleiner dan de vrouwtjes. Ze voeden zich met amfibieën, zoals kikkers en kikkervisjes en eten op jonge leeftijd insecten.

In de periode van juli tot augustus leggen ze 10 tot 40 eieren. De jongen komen na 2 maanden uit en zijn dan 11 tot 18 cm lang.
Overwinteren doen ze in holen en spleten.

Vaak raakt men in paniek wanneer men een slang ziet, dit heeft al aan vele ringslangen het leven gekost. Bij verstoring of bedreiging houdt de ringslang zich vaak dood (schijndood). Hij heeft een zeer gespecialiseerd verdedigingsgedrag. Als hij in z'n slaap wordt gestoord, worden verschillende vormen van dreiggedrag getoond, de hele show is echter bluf en de slang bijt hoogst zelden. Dit dreiggedrag bestaat uit luid sissen en soms worden schijnaanvallen uitgevoerd, waarbij de bek echter gesloten blijft en er niet gebeten wordt. Rolt zich op de rug, toont z'n kwetsbare buikzijde, het lichaam verslapt, de slang blijft roerloos liggen en spert de bek open waarbij de tong naar buiten wordt gestoken. De pupillen draaien naar onder en uit de bek komt soms een beetje bloed, uit de klieren bij de anus wordt een verschrikkelijk stinkende vloeistof afgescheiden, die doet denken aan verregaande verrotting. Dus een topacteur.

Wanneer u een slang niet herkent, zou het ook kunnen gaan om een uitheemse soort, wees dan op uw hoede en maak er een melding van bij de dierenambulance.

Don Schley

                     
  info@fishinginfo.eu