Dit is nu danig aan het veranderen. Vele vissers nemen ze mee naar huis en verwerken ze tot een heerlijke maaltijd.
Maar ook vossen, eenden, futen, reigers, kraaien en buizerds zijn waargenomen bij het verorberen van deze lekkernij.
Vooral de vos is een ware liefhebber.
Wanneer de rivierkreeft zich op het land begeeft (waar hij ook vaak wordt waargenomen), ziet de vos zijn kans schoon.
Bekijkt hem eerst van alle kanten, doet dan plotseling een felle uitval, je hoort de schalen kraken en peuzelt hem dan al smakkend, in alle rust op z’n gemak op.
Inmiddels hebben ze zoveel ervaring opgedaan, dat ze de waterkanten afstropen op zoek naar deze prooi.
Ze schijnen het een echte lekkernij te vinden.
Ook futen zijn er niet vies van. Het gaat ze niet al te gemakkelijk af en het is een koddig gezicht als je ze bezig ziet met een iets wat te grote rivierkreeft.
Eenden eten voor zover ik heb gezien, van volwassen rivierkreeften alleen de scharen, deze breken ze na een kleine schermutseling, er gewoon af.
Maar jonge kreeftjes gaan in z’n geheel naar binnen.
De buizerd als grote rover, maakt er snel korte metten mee.
En bij de reiger en ooievaar staan ze vast op het menu.
Deze weten er wel raad mee, de een na de ander verdwijnt.
Schrokoppen zijn het, hap slik en het is weg.
Ook in het water zelf zijn ze niet veilig, snoek, grote paling, karper en baars maken er jacht op.
En ook elkaar vinden ze erg lekker, kannibalen zijn het.
Wanneer de rivierkreeft zijn oude pantser heeft afgestoten is hij bijzonder kwetsbaar en wordt dan ook wel boterkreeft genoemd. Het duurt ongeveer 8 dagen totdat het nieuwe pantser weer hard genoeg is om hem te beschermen. In hun eerste levensjaar wisselen ze wel acht keer van pantser.
Als ze vier jaar en geslachtsrijp zijn, wisselen ze nog maar één keer per jaar.