IJsvissen wordt al sinds mensenheugenis gedaan.
Wat hebben we daarvoor nodig :
Vroeger was deze sport in Nederland populair, maar is door de jaren heen, ook vanwege de milde winters, in de vergetelheid geraakt.
Doch vorig jaar heb ik weer een paar mensen aangetroffen die aan het ijsvissen waren.
Ook heb ik veel vragen gehad omtrent de regels en de wetgeving op dit gebied.
Als ik mij niet vergis krijgen we een goede winter, een mooie gelegenheid om het eens te gaan proberen.
Een ijsboor is niet altijd voorhanden, men kan ook voorzichtig hakken met een bijl, maar alleen bij een goede ijsdikte.
Wanneer het gat groot genoeg is, zo’n 10 à 15 cm doorsnee, kan men beginnen met het vissen. Men dient natuurlijk wel te voorkomen dat het gat tijdens het vissen niet weer dichtvriest. Wilt u de volgende dag hetzelfde gat weer benutten, stop het dan vol met dor riet of takken.
Een ijshengeltje is een klein kort hengeltje van maximaal 1 meter, voorzien van een reeltje of een klein spinmolentje.
Wat valt er te vangen : bijna alles wat men normaal ’s-zomers ook vangt en soms meer en beter. Zelfs grote snoeken laten zich op deze manier vangen.
Bent u van plan wat langer op het ijs te blijven, schaf dan een tentje aan. Een strandtentje voldoet ook goed. Het is meestal de wind die het zo koud maakt.
En hoe kan het ook anders in dit kleine landje, aan ijsvissen zijn regels verbonden :
Veel (ijs)visplezier!!!
